Practicum: Hashwaarden berekenen en controleren

Dit practicum omvat het berekenen en verifiëren van zowel MD5- als SHA-256-hashwaarden met behulp van CertUtil. Het is verdeeld in twee delen:

1. In de eerste fase maken we gebruik van CertUtil om hashwaarden te berekenen en te verifiëren met behulp van MD5
2. Daarna zullen we CertUtil inzetten om hashwaarden te berekenen en te verifiëren met behulp van SHA-1

Voor het practicum heb je nodig:

• een Windows werkstation (Virtueel)
• een internetverbinding
• werkblad Hashwaarden

Tijdsduur: ± 20 minuten

MD5

1. Log in op je Windows werkstation
2. Download MD5.txt
3. Plaats MD5.txt in je download-folder
4. Start een Opdrachtprompt en ga naar de map ‘Downloads’.

   

5. Creëer de MD5-hashwaarde voor md5.txt door het volgende commando in te voeren in de Opdrachtprompt:
   CertUtil -hashfile MD5.txt MD5
6. Met CertUtil wordt de MD5-hashwaarde berekend voor het bestand md5test.txt. Verifieer of het bestand nog steeds overeenkomt met de oorspronkelijke hashwaarde (436be64e81da09d4ec0acf228dec0956).
   Schrijf de hashwaarde van het bestand op en controleer in het document ‘Werkblad Hashwaarden’ of deze nog steeds overeenkomt met de oorspronkelijke waarde.
7. Maak een tekstbestand aan met je naam erin en sla het op als ‘naam.txt’. Vervolgens bereken je de MD5-hashwaarde van je naam.

   

8. De MD5-hashwaarde voor jouw naam is berekend. Schrijf deze hashwaarde op in het document ‘Werkblad Hashwaarden’

   

9. Open het tekstbestand opnieuw en voeg een extra spatie toe tussen je voornaam en achternaam. Sla vervolgens het bestand op.
10. Bereken nu voor de tweede keer de MD5-hashwaarde van het bestand ‘naam.txt’ en schrijf deze hashwaarde op in het document ‘Werkblad Hashwaarden’.
    Heeft deze enkele spatie een aanzienlijk effect?